Sommige vlokken versterken de smaak of voegen een kenmerkend aroma toe. Andere verhogen de kleur of vergroten het aandeel vergistbare suikers. Kortom, granen dragen heel wat bij aan een brouwsel. Onder deze graansoorten vallen graanvlokken op door hun veelzijdigheid. In tegenstelling tot gemoute granen doorlopen ze geen moutproces. Daardoor behouden ze hun natuurlijke zetmelen, maar kunnen ze die niet zelf omzetten in suikers.
Vlokken zijn dus afhankelijk van enzymen uit de rest van het moutbeslag. Daarom worden ze altijd gecombineerd met gemoute granen. Ondanks hun eenvoud kunnen ze een groot verschil maken. Graanvlokken geven brouwers de mogelijkheid om de body aan te passen, de textuur te verbeteren of het smaakprofiel te verlichten. Ze dragen bij aan het mondgevoel, verbeteren de schuimhoudbaarheid of helpen om de vergistbaarheid nauwkeurig af te stellen. Elke soort heeft zijn eigen subtiele karakter. Van zijdezachte romigheid tot rustieke graanachtigheid – vlokken zijn kleine toevoegingen met een merkbare impact. Met andere woorden: een uitstekend hulpmiddel om je bier tot in de puntjes te verfijnen.

Tarwevlokken
Tarwevlokken zijn een ongemoute graansoort die een aanzienlijke bijdrage levert aan het mondgevoel van bier. In vergelijking met gemoute tarwe geven ze intensere en rustiekere smaken – vaak omschreven als kruidig, broodachtig en graanachtig.