In de middeleeuwen – voordat de effecten van hop bij het brouwen bekend waren – gebruikte men een speciaal kruidenmengsel om bier te bitteren en op smaak te brengen. Dit mengsel – en het uiteindelijke bier – heet Gruit, ook wel grut, gruut of gruyt genoemd.
Gruit is ontstaan in het gebied van Nederland, België en een deel van Duitsland. Het gaat in ieder geval terug tot de 11e eeuw, want toen begon de Romeinse keizer Hendrik IV Gruit te belasten. Zodra hop ‘ontdekt’ werd, nam het gebruik van kruiden een duik. In de 15e eeuw was Gruit zo goed als verdwenen.
Gelukkig heeft de recente rage van ambachtelijk brouwen ook vergeten bierstijlen, zoals Gruit, nieuw leven ingeblazen. Brouwers over de hele wereld probeerden hun hand in het brouwen met kruiden in plaats van hop. In Gent is er zelfs een brouwerij die zich uitsluitend aan Gruit wijdt.
De meeste mengsels gebruiken gagel, heide, klimop, malrove, bijvoet en duizendblad. Andere ingrediënten kunnen zijn (maar zijn niet beperkt tot) jeneverbes, gember, karwijzaad, nootmuskaat en kaneel. Tegenwoordig is zelfs hop toegestaan, al lijkt dat een beetje overbodig.