Deze bijna vergeten Nederlandse bierstijlen benadrukken de diepgewortelde biertraditie van Nederland. Gelukkig blijft de craftbierbeweging ze nieuw leven inblazen, waardoor ze niet voorgoed verloren gaan.

Nederland, omringd door wereldberoemde bierculturen, heeft lange tijd de Belgische en Duitse brouwtradities omarmd. Echter, het land heeft ook een rijke biergeschiedenis met unieke stijlen die erkenning verdienen. Hoewel velen verdwenen toen Duitse lagers de overhand kregen, heeft de craftbierrevolutie een bescheiden heropleving teweeggebracht.
Bredaas Wit
Bredaas Wit is een klassiek tarwebier met een lokale twist. Brouwers mengen tarwe en gerst met haver en zelfs boekweit. Soms voegen ze jeneverbes toe voor extra smaak. Aangezien boekweit een pseudograan is, konden brouwers bepaalde belastingen omzeilen. Bovendien geeft de haver dit bier een vollere mondgevoel dan zijn Belgische tegenhanger. Tussen 1550 en 1750 was Bredaas Wit een van de populairste bieren in Nederland. Sterker nog, de haven in Breda werd specifiek gebouwd om dit bier naar Amsterdam en andere grote steden te exporteren.
Gruit
Gruit was ooit essentieel voor het brouwen, niet alleen in Nederland maar ook in België en Duitsland. In de middeleeuwen, voordat brouwers hop ontdekten, vertrouwden ze op een speciaal kruidenmengsel voor bitterheid en smaak. Dit mengsel, bekend als Gruit (of Grut, Gruut en Gruyt), dateert minstens uit de 11e eeuw, toen keizer Hendrik IV het begon te belasten. Typisch gebruikte men gagel, heide, hondsdraf, leverkruid, bijvoet en duizendblad. Echter, sommige recepten bevatten ook jeneverbes, gember, karwijzaad, nootmuskaat en kaneel. Tegenwoordig is hop toegestaan in Gruit, hoewel het overbodig lijkt.
Hoppenbier
Toen de Duitsers hop introduceerden, veranderde het brouwen drastisch. Hierdoor verdween Gruit langzaam en maakte plaats voor Hoppenbier. Nederlandse brouwers zagen een kans en creëerden hun eigen versie. Daardoor werd Hoppenbier het eerste Nederlandse bier met een lange houdbaarheid. Omdat het langdurig kon worden opgeslagen, breidden brouwerijen snel uit. Het bier had een amberkleur en gebruikte 40 kilogram mout per hectoliter – tweemaal zoveel als moderne bieren. De meeste recepten gebruikten tot 80% haver, samen met wat tarwe.
Kluinbier
Kluinbier, oorspronkelijk uit Groningen, bloeide van de 15e tot de 19e eeuw. In tegenstelling tot andere bieren combineerde het gerst (62,5%) met haver (37,5%), wat destijds ongebruikelijk was. Aangezien gerst goed groeide in de noordelijke provincies, speelde dit bier een sleutelrol in de brouwcultuur van de regio. Opmerkelijk is dat Kluinbier een verbazingwekkend 24-uurs kookproces vereiste. Historische verslagen beschrijven het als zoet, donker en vol van body. Bovendien diende het als ingrediënt in Warm Bier, een winterdrank gemaakt met kruiden, eieren en brandewijn.
Kuitbier
Kuitbier, ook bekend als Kuit, Koite of Kuyt, lijkt sterk op Hoppenbier. Het belangrijkste verschil ligt in de graanverhouding: drie delen haver, twee delen gerst en één deel tarwe. Omdat het goedkoper te brouwen was dan Hoppenbier, werd Kuitbier snel het standaardbier in Nederland. Steden als Delft, Gouda en Haarlem produceerden het in enorme hoeveelheden. Rond 1500 brouwden deze steden meer dan een miljoen hectoliter per jaar. Daardoor verspreidde Kuitbier zich over Noord-Europa. Zelfs vandaag de dag blijft het de enige Nederlandse bierstijl die officieel is erkend door de Brewers Association.
Zelfs vandaag de dag houden de achternamen Hoppenbrouwer en Kuitenbrouwer dit biererfgoed levend in Nederland.
Oud Bruin
Oud Bruin, ondanks zijn naam, moet niet worden verward met het bekendere Vlaamse Oud Bruin. Terwijl de Vlaamse versie zuur is, is de Nederlandse een moutig, zoet, donker tafelbier. Brouwers produceerden het door het wort een tweede keer te filteren, wat resulteerde in een alcoholarm bier met een korte houdbaarheid. Daarom werd het na het brouwen sterk gezoet om de smaak te verbeteren.
Princessebier
Princessebier, een van de meest luxueuze bijna vergeten Nederlandse bierstijlen, ontstond in Amsterdam en verwierf enorme populariteit in de 19e eeuw. Dit hoogwaardige bier bereikte zelfs de koloniën in Oost-Indië. Het verdween echter ongeveer honderd jaar later. Interessant is dat Princessebier een van de eerste gefilterde bieren ter wereld was. Toch blijft de exacte samenstelling onduidelijk. Sommige bronnen beschrijven een bleke versie, terwijl anderen een donkerdere vermelden.