Zowel biologische als regeneratieve landbouw geven prioriteit aan duurzaamheid. Toch verschillen hun benaderingen van bodemgezondheid, biodiversiteit en koolstofopslag aanzienlijk. Laten we deze verschillen verkennen.

Kerndoelstellingen
Biologisch: Biologische landbouw vermijdt synthetische pesticiden, herbiciden en genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s). De focus ligt op het voorkomen van schade in plaats van het herstellen van ecologisch evenwicht.
Regeneratief: Regeneratieve landbouw richt zich op het herstellen en versterken van natuurlijke ecosystemen. Boeren verbeteren de bodemgezondheid, biodiversiteit en de veerkracht van het ecosysteem.
Bodemgezondheid
Biologisch: Biologische boerderijen geven prioriteit aan bodemgezondheid, maar kunnen nog steeds ploegen gebruiken, wat de bodemstructuur verstoort.
Regeneratief: Boeren verbeteren de bodemvruchtbaarheid met groenbemesters, wisselteelt en minimale grondbewerking. Deze methoden bevorderen vochtretentie en ondersteunen microbiële activiteit.
Biodiversiteit
Biologisch: Biologische landbouw vermijdt synthetische chemicaliën, wat biodiversiteit beschermt. Toch gaan regeneratieve praktijken verder dan alleen bescherming en verbeteren ze actief ecosystemen.
Regeneratief: Boeren stimuleren biodiversiteit door diverse gewassen te verbouwen, vee te integreren en habitats te creëren voor nuttige soorten.
Koolstofopslag
Regeneratief: Biologische methoden verminderen koolstofuitstoot door synthetische inputs te vermijden.
Regeneratief: Technieken zoals agroforestry, niet-kerende grondbewerking en groenbemesters slaan koolstof op in de bodem en verminderen de hoeveelheid CO₂ in de atmosfeer.

Verwachte opbrengst per hectare
Biologisch: Biologische opbrengsten bedragen doorgaans ongeveer 50% van conventionele opbrengsten. Beperkte nutriënten en plaagdruk verminderen de productiviteit.
Regeneratief: Regeneratieve boerderijen behalen vaak hogere opbrengsten dan conventionele landbouw. Gezonde bodems verbeteren de vruchtbaarheid, plaagbestendigheid en waterretentie.
Holistische benadering
Biologisch: Vermijdt synthetische inputs en volgt strikte regelgeving, maar houdt zich niet altijd bezig met bredere ecosysteeminteracties.
Regeneratief: Houdt rekening met het volledige ecosysteem, inclusief bodem, water, planten en dieren. Dit bevordert duurzame landbouw op lange termijn.
Initiële investeringen
Biologisch: Vereist investeringen in certificering, biologische inputs en een overgangsperiode, maar biedt op lange termijn economische voordelen door hogere marktprijzen.
Regeneratief: De overstap vraagt om investeringen in bodemgezondheid en apparatuur, maar overheidssteun en subsidies helpen de kosten te verlagen.

Schaalbaarheid
Biologisch: Opschaling van biologische landbouw brengt uitdagingen met zich mee, zoals certificering, toegang tot inputs en markten.
Regeneratief: Deze methode past zich aan verschillende landschappen aan en ondersteunt zowel kleinschalige als grootschalige bedrijven.
Conclusie over biologische en regeneratieve landbouw
Beide methoden dragen bij aan duurzame landbouw. Toch gaat regeneratieve landbouw een stap verder door ecosystemen actief te herstellen en opbrengsten te verhogen. Biologische landbouw voorkomt vooral schade, maar herstelt de bodem niet noodzakelijk.
Als brouwer, welke landbouwpraktijk zie jij als de toekomst voor hoogwaardige mouten? Jouw keuze kan duurzaamheid in de bierwereld en daarbuiten beïnvloeden.